Stelposten
Van Bruto naar Netto Stelposten?
In veel bestekken is opgenomen dat, in afwijking van de UAV 2012, stelposten bedragen zijn exclusief aannemersvergoeding. Soms met een toevoeging als: “de aannemersvergoeding over de stelposten wordt geacht te zijn opgenomen in de opslagen voor de algemene kosten en winst & risico in de aannemersbegroting.” Ook in het in mei 2012 door Aedes gepubliceerde Modelbestek Administratief deel (Bouw) voor Woningcorporaties, waarmee de koepel voor corporaties een einde zegt te willen maken aan ‘een wildgroei’ van bepalingen in bestekken1, staat deze letterlijke tekst. We spreken dan van ‘netto stelposten’. Ik wil eens kijken of het wel een goed idee is dit zo te regelen.
Stelposten zijn, volgens de UAV 2012, in het bestek genoemde geldbedragen die in de aanneemsom zijn begrepen en ten laste waarvan nader in het bestek beschreven uitgaven worden gedaan2. Deze uitgaven kunnen betrekking hebben op de aanschaf van bouwstoffen, het verrichten van werkzaamheden of het doen van betalingen aan derden. In dit stuk zal ik me beperken tot de gevallen waar het gaat om het aanschaffen van bouwstoffen. Wat er besproken wordt geldt ook voor de andere gevallen.
De bedragen die het bestek noemt zijn opgebouwd uit kosten voor de aankoop van materialen en een aannemersvergoeding van 10%3. Met andere woorden, over alle bouwstoffen die worden aangeschaft ten laste van de stelpost, mag de aannemer een provisie van 10% rekenen. Dit is redelijk aangezien hij de verantwoordelijkheid neemt voor de materialen en deze ook verwerkt. Als er bijvoorbeeld een stelpost opgenomen is van € 10.000,-4 voor de aanschaf van armaturen, moet de opdrachtgever er, wil hij binnen de stelpost blijven, rekening mee houden dat de aanschaf van de armaturen niet duurder is dan € 10.000,- – 10% = € 9.090,91.
Als de som van de uitgaven, die ten laste van een stelpost worden gedaan, hoger of lager is dan het bedrag van die stelpost, wordt het verschil verrekend. Als, om welke reden dan ook, besloten wordt geen gebruik te maken van de stelpost, wordt het gehele bedrag teruggegeven.
Aannemers gaan in hun calculaties op verschillende manieren om met deze bruto stelposten. Ik beperk me hier tot het aangeven dat bruto stelposten, ongewijzigd overgenomen uit het bestek, ‘na de staart’ zouden moeten worden toegevoegd aan de calculatie. Aangezien er in de stelpost al 10% aannemersvergoeding zit, mogen er niet nog een keer opslagen (staartkosten) over worden berekend.
Tot zover de stelposten in het geval er niet wordt afgeweken van de UAV 2012; bruto stelposten.
Bij netto stelposten ligt het iets anders. Er wordt bepaald dat de aannemersvergoeding geacht wordt opgenomen te zijn in de staart. In het voorbeeld van de armaturen, zal de aannemer dus € 10.000,- opnemen in zijn begroting en deze aan het eind, samen met de rest van de begroting, vermeerderen met de staartkosten. Voor een stelpost van € 10.000,- wordt dan (bijvoorbeeld) in de begroting opgenomen: 10.000+6% (a.k.)+3%(w+r)+0.35%(CAR)= € 10.956,21. Op het eerste gezicht heeft deze bepaling in het bestek een direct kostenverhogend effect.
Maar het ligt iets genuanceerder.
Stel de aanschaf van de armaturen valt tegen en kost uiteindelijk € 12.500,-. Als we de werking van de bruto- en netto stelposten even naast elkaar bekijken, dan ziet het er als volgt uit:
![]()
In het eerste geval betaalt de opdrachtgever € 3.750,- meer werk en in het tweede geval € 2.500,-. Ogenschijnlijk biedt de constructie van een netto stelpost een groot voordeel. Maar, aangezien er in de begroting al een bedrag betaald is van € 956,21 aan staartkosten, is het voordeel iets kleiner, namelijk: € 3.456,21 meer werk.
Naarmate de overschrijding van de stelpost groter wordt, wordt het voordeel van netto stelpost ook groter. Die neemt weer af bij een grotere staart. Als de bouwplaatskosten bijvoorbeeld in de staart zijn opgenomen, verdwijnt het voordeel in het voorbeeld snel.
Als er door de opdrachtgever bouwmaterialen worden uitgekozen met een kostprijs van rond of onder de stelpost, ontstaat een ander beeld.
Stel de aanschaf van de armaturen blijkt uiteindelijk € 8.500,- te kosten. Dan ziet het plaatje er als volgt uit:
![]()
Ook hier lijkt het voordeel bij netto stelposten groot, maar aangezien er in de aanneemsom al € 956,21 is betaald, blijkt het nu nadelig uit te pakken. Er blijft € 546,79 minder werk over.
En wat te doen in geval er geen gebruikt gemaakt wordt van de opgenomen stelpost? In beide gevallen zal in de uiteindelijke meer- en minderwerk opstelling een post van € -10.000,- worden opgenomen. Maar de opdrachtgever zou zich moeten realiseren dat hij, in het geval hij bepaald heeft dat het een netto stelpost betreft, in realiteit slechts € 9.043,79 terug krijgt.
Ik hoor de slimme opdrachtgever al roepen: “Neem dan een bepaling op dat de staartkosten over de stelpost verrekend moeten worden met het invullen van de stelpost! Bij minderwerk althans… of bij een kleine overschrijding…” of iets dergelijks. En zo kan de ene bepaling de andere uitlokken. En ontstaat uiteindelijk de wildgroei aan bepalingen die Aedes zegt tegen te willen gaan.
Afhankelijk van de hoogte van de in de staart aangehouden percentages (waar de opdrachtgever geen invloed op heeft) kan de voorzichtige conclusie worden getrokken dat, tot een geringe overschrijding (tussen de 10% en 20%) van de stelpost, de opdrachtgever niet gebaat is bij het hanteren van netto stelposten. Daarboven lijkt er een voordeel te zijn voor de opdrachtgever maar zal de aannemer verantwoordelijkheid moeten nemen voor bouwstoffen zonder dat daar een vergoeding tegenover staat. Mogelijk zal hij dit op een andere manier proberen te krijgen, wat de transparantie in het proces niet ten goede zal komen.
Natuurlijk zouden wij, adviseurs van al dan niet professionele opdrachtgevers, het gebruikt van stelposten het beste kunnen vermijden. Als het onvermijdelijk is, dient de hoogte ervan zorgvuldig te worden gekozen. Professionele opdrachtgevers (en zeker een koepel als de Aedes die zegt te streven naar professioneel opdrachtgeverschap van zijn leden), zouden zich moeten realiseren dat afwijken van de UAV 2012 op dit punt geen goed idee is.